Verslag F.N.F. van der Schrieck, Augustus 1945

Verslag van dhr. F.N.F.van der Schrieck, Frankenslag 147 te ‘s-Gravenhage

In dit verslag vermeld ik alléén die namen en feiten, welke mij min of meer persoonlijk betreffen en die ik mij nog, kan herinneren.

001Juni 1940

Per fiets naar Parijs. Grensterrein tussen Roosendaal-Putte (N.Br.) – Mons

(Bergen) en Valenciennes verkend en de situatie te St.Quentin en Parijs.

Augustus 1940

Meegewerkt om tussen Noordwijk en Noordwijkerhout een sloep zee te laten kie­zen. Dit was te overhaast voorbereid en is mislukt. Deelnemers o.a. Michielsen

(gesneuveld bij de R.A.F.), J.Mesritz {overleden te Neuengamme in 1945), K.Kranenburg, S.E.Hazelhoff Roelfsema (kapitein bij, de R.A.F., adjudant van H.M.de Koningin).

Naar Antwerpen per fiets met J.S.Zody (voorlichting L.S.K., Johannastraat 25 te Eindhoven)en H.van Brero (le Luitenant Ministerie van Oorlog te Londen). Deze laatste keerde mee terug.

Oktober 1940

Per fiets naar St.Omer (Frankrijk). Grensterrein tussen Roosendaal – Putte (N.Br.) – Brugge – Aardenburg (Zeeuws Vlaanderen) – Franse grens ten Z. van Yperen en verboden kustzône van België verkend. Tezamen met B.M.Berger, die op 26 maart 1944 aan boord van een koopvaarder tussen Bombay en Calcutta is overleden. Enige uren door de Duitsers te Dixmuiden gearresteerd. Ook één dag te Esschen in België gearresteerd geweest.

H.van Brero en Ch.Krediet (Luitenant bij de R.A.F’., Zijdeweg 4 te Wassenaar) en Mr.P.A.E.Renardel de Lavalette (luitenant Field Security bij Staf PrinsBernhard) naar Finland vertrekken. Zij gaven mij gegevens over Delfzijl.

Januari 1941

Gegevens over Delfzijl gegeven aan Mr.W.Tj.Hepkemal die in december 1941 ge­sneuveld is als aspirant-officier-vlieger van het K.N.I.L.

Begin 1941 adressen in België en Frankrijk gegeven aan Drooglever Fortuyn (gesneuveld) en L.Baron d’Aulnis de Bourrouill (kapitein van B.I.), die in die dagen gezocht werd door de S.D., in verband met arrestatie van kleermaker Brandon, Wasstraat te Leiden. Bij de adressen, die ik gaf, was dat van J.van Niftrik te Putte. Ik vermoedde toen reeds, dat deze beschikte over een aantal vaste passeurs in de richting van bezet Frankrijk en Zwitserland.

Aan Ton Gathier, Princessekade 2 te Leiden gevraagd om de barakkenbouw van het vliegveld Venlo op zich te nemen. Ik ontving regelmatig situatieschetsen en andere gegevens, welke ik doorgaf aan Lou de Klerk, die op 24 Juni 1943 is gefusilleerd. Aan Ru Stolk, Slors en nog een andere student uit Delft adressen naar Spanje gegeven.

Februari 1941

Sjoerd Nauta, Rio Grandelaan 25 te Overveen, terug uit tuchthuis te Lütringhausen. Inlichtingen verschaft over zgn. “zwemzenders” bij de N.S.F. te Hilver­sum, welke ik ontving van Wolter van Hellenberg Hubar, Tilburgseweg te Goirle. Hij was aan die fabriek werkzaam.

Maart 1941

Grondstoffen verzameld voor fabricatie van brandbommen. Fosfor, aceton enz. gekregen, van Zus Heters-Gill, Breestraat 121a te Leiden. De vervaardiging ge­leerd van J.Smit, internist aan het Groot Ziekengasthuis te ‘s-Hertogenbosch. Door bemiddeling van Lou de Klerk met deze brandbommen o.a. een grote brand veroorzaakt op de heide van het vliegveld Soesterberg. De fabricage van deze bommen overgedragen o.a. aan G.A. Gussenhoven, internist aan het ziekenhuis St.Antoniushove te Voorburg en Max W.Wessel, Stadionkade 111 te Amsterdam-Z.

Mei 1941

Lou Kist (op 24 juni 1943 gefusilleerd) en Van Olmen (2e Luitenant K.N.I.L. in Australië) via J.van Niftrik weggeholpen. Zij komen tot Marseille, maar keren onverrichter zake terug.

(Noot S. Zie ook het verslag van Van Niftrik en G.de Jong).

Juni 1941

Heino Hommes, Him de Haan en Wil Dirks adressen naar Spanje gegeven. De 2 eerstgenoemden zijn na een langdurig verblijf in Spanje in Engeland aangekomen, laatstgenoemde heeft 3 maanden gevangen gezeten in Biarritz, was daarna werk-

zaam aan de Sterrenwacht te Toulouse en is nu waarschijnlijk in U.S.A. Aan Sjoerd Nauta bezorgde ik twee revolvers met munitie, die ik kreeg van Bram Parmentier, Plantsoen 91 te Leiden.

Juli 1941

Met Sjoerd Nauta geloerd op Gé Stelbrink, agent-provocateur van de S.D. Aan­slag niet gelukt.

Heb huiszoeking gehad door de S.D. op Vrouwensteeg 16a te Leiden. Was niet thuis.

Augustus 1941

Sjoerd Nauta in Den Haag gearresteerd met een brandbommetje van mij op zak. Hij is waarschijnlijk verraden door de S.D.-agent Ridderhof.

September 1941

Te Leiden ten huize van hoofdagent Bruins door deze gearresteerd, toen ik bij hem een en ander te weten wilde komen over de huiszoeking in juli. Eén dag vast gezeten in Leiden, daarna overgebracht naar het Binnenhof in Den Haag. Vrijgelaten door Sturmscharführer Akkerman.

Lou de Klerk in verbinding gebracht met L.Gussenhoven te Oegstgeest, die vlieg-veldplannen van Soesterberg samenstelde. Eén van de revolvers, indertijd aan Sjoerd Nauta ter hand gesteld, via Becky de Loos, Plantage 5a te Leiden, die terug was uit Dachau, teruggekregen. Na mijn arrestatie in juni 1942, doorge­geven aan Mr. P.A.E.Renardel de Lavalette en door deze voor K.P.-werk overge­dragen aan Mej.Hetty Steenhuis. Tevoren had Mej. Etta Nauta Hotel de Mallejan te Vierhouten, dit pistool in bezit.

Meegewerkt aan de aanslag op Gé Stelbrink aan de Schotersingel te Haarlem, De Groot en nog een 3e S.D.-agent. De Groot is waarschijnlijk aan de gevolgen overleden. Stelbrink werd in een ziekenhuis te Haarlem geopereerd en herstelde. Aan deze aanslag werkten mee: Nout (gefusilleerd februari 1943), Drent (gefu­silleerd februari 1943), L.Honselaar (vanuit Amersfoort op ongeveer 24 oktober 1943 met circa 80 Nacht und Nobel Häftlinge naar Natzweiler vertrokken), Henk Bastiaanse (Hobbemaplein 10 te Den Haag) en Dicky Groenevelt (gefusilleerd fe­bruari 1943). De laatste bracht ik voor herstel van de opgelopen schotwond in contact met Dr.Krediet te Wassenaar (overleden te Dachau op 22 februari 1945). Kort hiervoor vertrok Kist naar onbezet Frankrijk, tezamen met I.van Olmen, Hans Knoop (2e Luitenant K.N.I.L.) en Gijs de Jong via J.van Niftrik.

Ik liet een Canadees van de R.C.A.F., Jimmy Kirk (eigen naam waarschijnlijk Narville, de familie woont in Hamieta, Manitoba, Canada) overkomen uit het oosten van ons land. G.A.Gussenhoven bracht hem onderdak bij T.Rijnsburger, Donklaan 9 te Voorschoten. Een plan om hem met Ir.Karel de Munter naar Engeland te laten varen, mislukte. Ik bracht hem naar Dr.Krediet, Zijdeweg 4 te Wasse­naar, waar hij werd overgenomen door Gerard Vinkesteyn (gefusilleerd eind juli 1943), die voor verder transport via Overijsel zou zorgen. Hij is later gearre­steerd samen met Holst Pellikaan (gefusilleerd in 1942), die via Wim Guykens (van wie na Dachau 1944 niets meer vernomen), mijzelf, Dr.Krediet en Gerard Vinkesteyn eveneens in Overijsel belandde. Met L.de Klerk meegewerkt om een zender te krijgen en een lijst van onbetrouwbare officieren verbeterd, waarmee Nauta was begonnen.

Oktober 1941

Ik ontmoette bij Dr.Krediet de latere agent Peter Tazelaar, die onnodige risico’s liep en wiens werk voor het grootste deel werd overgenomen door Gerard Vinkesteyn en Broer Moonen (gefusilleerd begin augustus 1943). Beide laatstge­noemden deelden mij dit later in de cel in Haaren mede.

Ik aanvaardde te goeder trouw een aanbod van Ir.Dick ten Cate Brouwer om Hans van Walsum (overleden te Amersfoort in januari 1943 in het concentratiekamp) te waarschuwen voor huiszoeking, wat inderdaad gebeurde door inspecteur Hofman. Ten Cate Brouwer was voortvluchtig en zijn familie kreeg van hem een briefkaart welke was afgestempeld op 27 november 1944 te Wageningen, hetgeen een dwaalspoor kan zijn. Vervolgens trachtte hij contact te krijgen met Lou de Klerk, wat in oktober gelukte op Lorentzkade 8 te Leiden, waar inspecteur Hofman alle aanwe­zigen arresteerde. Diezelfde avond is Ten Cate Brouwer weer in vrijheid gesteld in opdracht van Untersturmführer Hadler van de S.D.

Ik voorzag Jo ter Laak, een agent uit Engeland, die toentertijd een huisje in de omgeving van de Loosdrechtseplassen bewoonde, regelmatig van distributie­bescheiden. Hij werd echter ongeveer 14 februari 1942 door de S.D. gearresteerd Ik had hem bij Dr.Krediet leren kennen.

November 1941

Lou Kist terug uit Frankrijk, in opdracht van Le Saulle uit Lons-le-Saulier, voor koerierswerk. Bijeenkomst te Schiebroek op de Ieplaan. Hierbij waren aan­wezig Wim ‘t Hart (gefusilleerd op 24 juni 1943), Gerard van der Bijl (overle­den te Natzweiler), kapitein Dr.J.M.Somer en ikzelf. Beide eerstgenoemden zou­den met mij een spionagekern vormen en het verzamelde materiaal doorgeven aan Kist, die het vervolgens mee zou nemen naar Frankrijk. Bij kapitein Somer kon­den we gegevens komen halen. Wim ‘t Hart kreeg alle inlichtingen van de inlichtingendienst van de 0.D., te weten van Han van Hattem (gefusilleerd in juli 1943). Gerard van der Bijl verzamelde voornamelijk inlichtingen uit Zeeland en ik verzamelde plannen van vliegvelden.

(Noot S. Dit klopt. De gegevens van Van Hattem werden door mij verwerkt in de bekende AC-rapporten. Ondanks vele moeilijkheden zijn deze toch via De Saulle in Engeland gearriveerd).

Met Van Niftrik werd een betere afspraak gemaakt voor het doorreizen van mensen naar Zwitserland of onbezet Frankrijk. De weg werd in die tijd m.i. misbruikt door Lou Melse, die op 24 juni 1943 is gefusilleerd. Voor het wegsturen van Jo­den liet Melse zich goed betalen, zo werd mij verteld, en het geld liet hij in Nederland en Zwitserland op de bank zetten.

(Noot S. Ik meen dit te moeten betwijfelen. De passeurs van Van Niftrik moesten worden betaald. Bovendien waren er mensen, die de passage niet zelf konden betalen en het geld voor de overtocht werd dan genomen van de hogere sommen, welke sommige rijke Joden betaalden. Bovendien moest Van Niftrik geld hebben voor het maken van valse papieren en had hij zijn onkosten voor het reizen. Hij moest ge­regeld contactpunten bezoeken en dat kostte geld. Ik neem de be­schuldiging dan ook niet zonder meer aan, doch zal voor de goede orde van zaken nog eens bij Van Niftrik mijn licht opsteken).

December 1941

Aan Rudi Bergman en Piet Gerbrands, beiden Indologische studenten, verstrekte ik adressen naar onbezet Frankrijk.

Kist kwam terug uit Frankrijk, ik had met hem in Schiedam een bijeenkomst met Wim ‘t Hart. Ik bracht Kist in contact met Pieter Servaes, een Australisch vlieger, die eveneens enige tijd in Lons-le-Saulier bij Le Saulle had doorge­bracht.

Gerard Vinkesteyn liep vast met zijn Engelse piloten, die niet meer uit Twente weg konden en ik liet hem over deze materie bij Dr.Krediet contact opnemen met Kist.

Januari 1942

Gerard Vinkesteyn ging in het begin van januari impulsief mee met Kist. Zij werden beiden op het Gare du Nord te Brussel gearresteerd. Flaschoen, Rue de la Bienfaisance 33 te Brussel, was kort tevoren gearresteerd. Hij of diens verloofde had aan de S.D. verraden wanneer Kist uit Nederland zou terugkomen. Hierover kunnen waarschijnlijk Mevrouw en Mej.Van Dulken nadere inlichtingen verstrekken. Adres is Italielei 84 te Antwerpen. Hun vader en zoon zijn in het concentratiekamp overleden.

(Noot S. Van Dulken gaf vaak plaats aan gevluchte Nederlanders. Bij hem op kantoor werkte Karel Derksen van Angeren, die voor mij in België de zaken waarnam. Zie hiervoor uitvoeriger het rapport van Van Niftrik en mijn eigen rapport. Zoveel is wel zeker, dat Kist, ondanks het uitdrukkelijke verbod, veel compromitterend spionagemateriaal bij zich had).

Ik ging op verzoek van Moonen naar Zwolle en vertelde hem van de manier waarop hij in contact moest komen met Van Niftrik om Peter Tazelaar en Gerard Dogger weg te krijgen naar Zwitserland.

(Noot S. Dit is ook gelukt. Ik heb beiden in Zwitserland nog gesproken en heb hen uitvoerig ingelicht over de situatie in Nederland. Later, in Engeland, zijn zij beiden betrokken geweest bij de “wilde” dienst van Rabagliatti en Hazelhoff Roelfsema. Veel fraais is daaruit niet te voorschijn gekomen. De jongelui misten ervaring en waren met hun “strooptochten” op de Nederlandse kust te veel uit op bravoure.

Tazelaar was ook betrokken bij de mislukte poging om Dr.Wiardi Beckman naar Engeland te brengen. Alles bij elkaar drama’s van de eerste orde, veroorzaakt door het gebrek aan leiding te Londen en onderschatting van de vijand).

Februari 1942

Ik verzocht Jan Wilkens, Boerhaavelaan 23 te Leiden, die terug was uit Oranieburg en die over land naar Engeland wilde gaan, of hij bij Dr.Krediet te Wasse­naar wilde vragen of hij materiaal kon meenemen naar Engeland. Bij Dr.Krediet heerste grote consternatie door de vermoede arrestatie van Jo ter Laak en Wim van der Reyden, beiden agenten van de dienst van kolonel De Bruyne, welke laat­ste niet alleen doorsloeg, doch tot overmaat van ramp vanuit de gevangenis te Scheveningen een brief met een afspraak verstuurde. Ongeveer op 24 februari werden Dr.Krediet en Moonen hierdoor in een val gelokt en gearresteerd in hotel Astoria bij het station H.S.M. in Den Haag.

(Noot S. Het was deze affaire waardoor ik moest vluchten. Ik werd op tijd in Eindhoven gewaarschuwd door de cadet-vaandrig Portier. De Eren bij Putte, waar ik via Van Niftrik zou overgaan, was zwaar be­waakt. Zie mijn eigen rapport. Met Van der Reyden is Schreieder later zijn beruchte England-Spiel begonnen, dat dankzij de stom­miteiten van Londen tot zulke desastreuze gevolgen heeft geleid. Overigens hadden de Duitsers alle telefoonverbindingen in het hotel afgetapt. Over deze lijnen werden door Van Hattem, Moonen enz. geregeld gesprekken, gevoerd en men heeft het op die manier aan de vijand wel zeer gemakkelijk gemaakt alles op te rollen. Hoewel een en ander aan de illegaliteit misschien mag en moet den vergeven door gebrek aan grondige opleiding, is het toch achteraf een raadsel hoe intellectuele mensen als Dr.Krediet en Ir.Han van Hattem zo onvoorzichtig hebben kunnen handelen. Slechts door een wonder ben ik aan de beulen ontsnapt).

Bill Roeske (gefusilleerd in februari 1943) en Sigi Vaz Dias (gefusilleerd eind juli 1943) konden toen ontsnappen. Temidden van alle veroorzaakte deining rond Dr.Krediet was Mr.Ernst de Jonge, een Nederlands agent uit Londen, zijn zender aldaar kwijtgeraakt, aangezien hij deze daar had laten staan. Deze zender is na nasporingen echter teruggevonden. De Jonge wilde de zender van Evert Radema, eveneens een agent van B.B.O., in werking stellen en daarom bemiddelde ik voor hem de zender van agent Aart Alblas te gebruiken. Alblas is op 7 september ‘44 te Mauthausen gefusilleerd. Ik gaf De Jonge raad en voorzag hem van distribu­tiebescheiden. Voorts gaf ik hem enkele tekeningen van vliegvelden.

Ik kwam in contact met Abbenbroek (gefusilleerd eind juli 1943) en Pieter Riep (overleden in Vught vóór 13 maart 1943), doch kwam met hen niet tot zaken, aan­gezien zij kort na het maken van contact werden gearresteerd.

April 1942

Pieter Servaes verdween met de familie Nauta uit Bussum met de hulp van Henk Stol (IJmuiden of Amsterdam) aan boord van een trawler uit IJmuiden.

(Noot S. Dit is niet juist, de familie Nauta is nooit vertrokken).

Half mei zouden uit IJmuiden ongeveer 13 man met een trawler vertrekken. Stolk kwam mij vragen of ik er candidaten voor wist te vinden. Dit waren o.a. Kort­land, havenmeester van Rotterdam, zulks in opdracht van Ernst de Jonge, voorts Bill Roeske, Wim ‘t Hart, K.de Munter, Lex van Os, Wolter van Hellenberg Hubar, Sjef de Groot, voorts 2 cipiers uit Utrecht, twee broers Glaser (Joden) en een Jood uit Amsterdam. Deze overtocht is mislukt, waarschijnlijk door verraad van Pasdeloup.

(Noot S. Pasdeloup, een oud-leerling van mij van de K.M.A., die gearre­steerd was en in de gevangenis te Scheveningen vertoefde, is be­werkt door de Gestapo. Hij is omgezwaaid en heeft inderdaad ver­raad gepleegd. Als compensatie is hij vrijgelaten en heeft daarna met de vijand samengewerkt. Hij heeft ook een werkzaam aandeel gehad in de arrestatie van Van Hattem en heeft bovendien de Duit­sers op mijn spoor gebracht. Later, toen ik reeds de leiding had van B.I. te Londen, heeft Dhr.Six, Chef-staf van de O.D. mij over hem geseind en advies gevraagd wat men met Pasdeloup moest doen. We besloten toen deze verrader te liquideren. Hij is toen op een donkere avond in een Amsterdamse gracht verdronken. Wreed, maar absoluut noodzakelijk.

Mr.Donker, de voorzitter van de Parlementaire Enquête Commissie, nam mij tijdens het onderzoek dier Commissie hoogst kwalijk, dat wij ons aan een “mensenleven hadden vergrepen”. Alsof men hele groepen illegale werkers, die hun nek waagden en het leven voor hun vaderland riskeerden, moet overleveren aan vuile verraders. Ik heb er tot op heden nog geen enkele spijt van gehad Pasdeloup te hebben opgeruimd en kan dat met mijn geweten best verantwoor­den).

Wim Tjeenk Willink (in 1943/44 in de gevangenis te Haaren) zou voor Ernst de Jonge naar Zwitserland gaan. Ik heb hem doorgestuurd naar Van Niftrik. Kort daarop is hij gearresteerd. Ad Schoon (in 1943/44 in de gevangenis te Haaren) bemiddelde voor mij met Ernst de Jonge en Wim Tjeenk Willink.

Van Driel van Wageningen bemiddelde voor mij met Ernst de Jonge en Kortland. Hij is in mei 1942 gearresteerd.

Aart Alblas had twee codes, waarvan er één door de Duitsers was ontcijferd. Deze wilde hij door mijn bemiddeling laten wijzigen door middel van de zender van Ernst de Jonge. Toen Alblas de code klaar had mislukte het plan door de arrestatie van De Jonge op het einde van mei 1942.

Juni 1942

Gerard van der Bijl stond op het punt van vertrekken naar Zwitserland via Van Niftrik. Hij woonde op het schuiladres Papaverhof 11 in Den Haag. Dit adres was behalve aan mij ook bekend aan Pasdeloup, die er op 6 juni 1942 des avonds kwal om iets over het verhoor van L.Kist te vertellen, die hij vóór zijn zgn. ont­snapping uit de gevangenis te Scheveningen had gesproken. Pasdeloup was in die tijd veel thuis bij zijn verloofde Mej.Wiesje Bendien. Door verraad van Pasde­loup is Van der Bijl de daarop volgende nacht van zijn bed gelicht en gearre­steerd.

Naar aanleiding van het verhoor van Ernst de Jonge, waaruit mijn relatie met Aart Alblas bleek, en het verraad van Pasdeloup, die mijn betrekkingen tot Kist en Van Niftrik kende, en die mijn adres kende van Gerard van der Bijl, werd ik in dezelfde nacht als Van der Bijl gearresteerd. Een paar minuten vóór mijn ar­restatie werd ik door Van der Bijl opgebeld, die daartoe op het Binnenhof werd gedwongen.

De verloofde van Van der Bijl, Mej.G.Krigsman, Regentesselaan 232 te Den Haag, die wist, dat Pasdeloup het adres van Van Niftrik kende, heeft deze onmiddellijk laten waarschuwen. Hij kon op het nippertje naar Zwitserland ontkomen.

(Noot S. Dit laatste is beslist onjuist. Van Niftrik werd verraden door de provocateur Daane uit Zeeland. Hij had daarvan een vermoeden en nam vooraf zijn maatregelen. Dat hij op het nippertje wegkwam is juist. Zie overigens voor deze gebeurtenis het verslag van Van Niftrik zelf.)

Onderstaande text kwam niet voor in het verslag van bij het NIMH en ook niet in het Nationaal archief maar was wel te vinden in het eigen archief.

Tijdens mijn verblijf in Scheveningen heb ik mij in het bijzonder te beklagen over de behandeling door den commandant van de gevangenis, Schweiger, en de wachtmeesters  Ostermever (?) en Weike (?).

17 Dec. 1942 ben ik overgebracht naar Haaren N.Br. Het optreden aldaar van de gijzelaars dr. STEYNS (Utrecht Maliebaan, terug uit Auschwitz), dr. TELLEGEN (den Driel) en pater GALL MSC (Den Haag, Willemstraat) is meer dan bewonderenswaardig geweest.Grote hulp ontvingen mijn celgenoten en ik van de gijzelaars Kapelaan de JONG (Dinteloord) en Dirk SIELING uit Meliesant (overleden in Neuengame). Veel dank zijn de gevangen verschuldigd aan den gangloper Gijs VISSCHER (Eindhoven, terug uit Concentratiekamp).Zodra het proces tegen Generaal Roëll en ongeveer 100 anderen, het  tweede grote z.g. “O.D.-proces”  te Haaren

15 Maart 1943 begon, werd ik door de hulp van Dr. Steyns overgebracht naar het Reservekriegslazaret te Den Bosch (Groot Ziekengasthuis) voor een nieroperatie.In dit Groot Ziekengasthuis moge ik in het bijzonder noemen het optreden van dr. Lamers, dr. Huisman, zr. Arimathea, zr. v.d. Wacht en broeder T. de Leeuw.Wegens schoftige behandeling klaag ik aan de Wehrmachtstandartsen, die toendertijd in den Bosch werkzaam was en die later in Haaren de gevangen behandelde.

29 Juni 1943 werd ik weer overgebracht naar Haaren.Mijn oorspronkelijke plan om vanuit het ziekenhuis te vluchten heb ik laten varen, omdat ik tot “abgetrennten” , ongeveer 20 totaal, behoorde, die door ingrijpen van hogerhand niet direct de kogel kregen, en omdat ik daardoor geen reden had de kansen voor een ter dood veroordeelde daar te verknoeien.

Augustus 1943 sadistische behandeling van Dr. Steyns door Comm. van Haaren, obdersturmführer Wakker.

8 Oktober 1943 gingen al mijn procesgenoten als NN – häftlingen via Amersfoort naar Natzweiler (Vogezen). Ik bleef wegens geelzucht op de ziekenzaal achter.

15 Februari 1944 werd voor haar celraampje doodgeschoten Mej. N.van den BEEGH, Oudwijkerlaan 26, Utrecht, door een Oekraïnse ss-man, die in Haaren in opleiding was en tegelijkertijd voor bewakingsdiensten werd gebruikt. Meer dan bar was in Haaren het optreden van de wachtmeester Böhm , Futter, Pohl en Hieler. Begin april werd ik vrijgelaten, vermoedelijk door de verdienstelijke interventie van Dr. W. de LOOS, thans nog steeds werkzaam aan het Hoofdbestuur van het Rode Kruis, Princessegracht , Den Haag.

Winter 1944-45 verschillende onderduikers en Joden aan persoonsbewijzen en bonkaarten geholpen, Bovendien blanco – papieren met briefhoofd Reichscommissariat verschaft aan de B.S. o.a. te Leiden voor de auto’s van hun voedelvoorziening en verder gebruikt voor vrijstellingen arbeitseinsatz en rijwielvrijstellingen.


You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed.
You can leave a response, or create a trackback from your own site.

There are no comments yet, be the first to say something


Leave a Reply

XHTML: You can use these tags: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>